Wat kost dat?
Een heel simpele vraag, maar hoe bepaal je dat eigenlijk? In principe zijn er twee verschillende manieren om te bepalen hoeveel iets moet kosten: cost-based of value-based.
Cost-based houdt in dat je berekent hoeveel kosten je moet maken om een bepaald artikel of een bepaalde dienst te kunnen leveren. Dat gaat over de ‘grondstoffen’, maar ook over de extra kosten zie nodig zijn, zoals een pand, medewerkers en alle andere zaken die nodig zijn voor een succesvolle bedrijfsvoering. De prijs wordt dan de inkoopprijs plus overhead plus winst.
Value-based begint aan de andere kant: welke prijs kan je vragen zonder dat je jezelf uit de markt prijst. Vroeger heette dat “wat de gek er voor geeft”. De prijs heeft dan geen relatie meer met de gemaakte kosten, maar wordt bepaald door het bedrag wat de koper er voor over heeft. Veel zogenaamnde sterke merken kennen een value-based prijsbeleid, waar de chinese namaak het dan cost-based veel goedkoper doet.
Beide prijsmethoden hebben hun sterke kanten. Cost-based is eenvoudiger te berekenen en minder mode gevoelig. Bovendien kun je niet armer worden van een transactie, de prijs bestaat immers uit kosten plus marge. Value-based biedt in potentie grotere winst-ruimte, de klant voelt niet wat een artikel of dienst kost, maar vergelijkt met anderen om te bepalen of hij de prijs redelijk vindt. Het risico is wel dat je met een kortingsactie onder de kostprijs gaat verkopen, de prijs heeft in dit prijsbeleid geen relatie met de kosten.
ANB5 is van zichzelf cost-based, voor een gezonde bedrijfsvoering moetj e niet onder de kostprijs verkopen. Toch is ANB5 ook inzetbaar in markten die typisch value-based ge-organiseerd zijn. Er is een speciale functie om uitgaande van een value-based prijsbeleid de marges te kunnen vaststellen. Zolang de kostprijs maar niet uit het oog verloren wordt bij het geven van (grote) kortingen aan klanten.